Vakantiekilo’s
Ik staar, enigszins bedenkelijk, naar de cijfertjes op het gewraakte display tussen mijn tenen. Vakantie en gewicht gaan duidelijk niet samen… Terwijl ik mijn zonden overdenk hoor ik naast het badkamerraam het vrolijke getjilp van de laatste huiszwaluw. Die heeft geen last van vakantiekilo’s, bedenk ik jaloers. Met hun kleine twintig gram aan lichaamsgewicht dartelen zij letterlijk door het leven én is er van vakantiekilo’s geen sprake. Of, nee wacht even, er is wel degelijk een tijd dat vogels flink aankomen… en deze tijd komt met rasse schreden dichterbij!
We willen het niet weten, maar de herfst begint zich echt aan te kondigen. De zon gaat veel eerder onder, lijsterbessen kleuren oranje en de eerste herfstbladeren zijn te zien. En juist in deze tijden – de nazomer en beginnende herfst – is dé tijd dat vogels de weegschaal laten voor wat het is en ‘op te vetten’. Gek woord eigenlijk ‘opvetten’. Het komt ongeveer neer op: je ongans eten, vetreserves opbouwen om de lange vogeltrek te kunnen maken. Deze reis die tussen de 3000 en 5000 km lang is, is echt een uitputtingsslag. Mede omdat deze met één – hooguit twee – rustmomenten wordt onderbroken (phoe!). Hoeveel impact deze titanenreis op de vogels heeft, ligt mede aan hoe ze gebouwd zijn. De ooievaar zweeft met zijn indrukwekkende vleugels, met een spanwijdte van anderhalve meter, op thermiek. De energie die het kost om zijn vier kilo lichaamsgewicht in de lucht te houden voor zijn 5000 km lange tocht, is toch heel wat minder dan de tjiftjaf die zijn acht gram met miljoenen vleugelslagen naar Marokko moet brengen! Ook roofvogels genieten een zelfde soort gemak. De roofvogelvleugel is aan de bovenkant boller dan de onderkant. Dat is voor ons niet te zien, maar door de bolling aan de bovenzijde van de vleugel verplaatst lucht zich sneller aan de bovenzijde dan aan de onderkant. Er ontstaat hierdoor luchtdrukverschil wat een liftkracht geeft. Met lome slagen kan een kiekendief zich dus al met gemak in de lucht houden en samen met wat thermiek is de trek een stuk aangenamer dan de vogeltjes die het van klapwieken moeten hebben. De drang bij vogels om zo onverzadigbaar te eten wordt veroorzaakt door hormonen. Deze veranderen zodra de dagen korter worden en de temperatuur verandert. Vogels reageren door te eten en te eten, tot ze ongeveer twee keer zo zwaar zijn als hun oorspronkelijke gewicht! Help, dat is heftig! Waar wij er alles aan doen om maar geen vet te creëren wordt voedsel door vogels juist doelbewust in vet omgezet en opgeslagen. Vet is namelijk compact en daardoor makkelijk mee te sjouwen en het geeft veel energie voor de vele vleugelslagen. En, hoe vetter je bent hoe verder je komt, is de regel in de vogelwereld!
Weer bestudeer ik de cijfertjes tussen mijn tenen en ik kan tot mijn opluchting wel concluderen dat ik niet twee keer zo zwaar ben geworden. Ik mijmer nog even over de laatste stelling: ‘hoe vetter je bent hoe verder je komt’ en denk aan alle plannen die ik heb voor het nieuwe werkjaar dat voor me ligt. Met een glimlach stap ik nu van de weegschaal af, die voorspelt dat ik ver zal komen!
