Ontluikend juweeltje
Verrukt staar ik naar het kunstwerkje voor me… De slanke boomknop steekt aarzelend doch sierlijk haar eerste groene puntjes buiten de veilige boomknop. Elk lichtgroen topje, elke vouw in dit prille blaadje, ja zelfs het vliesje van de knop is als een subtiel ontworpen juweel. Een fragiel kunstwerk van gratie en kracht. Weer bedenk ik hoe heerlijk het is dat wij dit feest van de lente mogen meevieren en dat dit feest voor iedereen toegankelijk is… hier gelden geen maatregelen!
Vergenoegd slaak ik een zucht en kijk ik om me heen, tot mijn blik haakt op mijn auto en hoog opgeladen aanhanger. Ik slik, 4000 bomen liggen er op die kar. Op dit stille moment, voor de plantdrukte van start gaat, vraag ik me vertwijfeld af wat ik aan het doen ben! In de bosbouwwereld is de uitspraak: ‘Boompje groot, plantertje dood’. Mijn buik trekt samen als ik me realiseer dat we een compleet bos gaan aanplanten! We gaan vandaag iets maken wat generaties lang zal bestaan, zelfs tot over mijn graf. Help, doe ik het dan wel goed? Is mijn beplantingsplan wel goed? Zet ik wel de juiste boomsoorten op de juiste plek?! Een boom planten, bosbouw, het lijkt zo simpel. Je stopt een boompje in de grond, beetje aarde over de wortels en klaar is Kees. Maar dat is toch niet helemaal het geval. Neem om te beginnen de wind. Heeft een babyboom tijdens het vervoer te veel wind langs zijn wortels gehad, dan kun je het schudden. Uitgedroogde wortels zijn als een clubje lege bloedvaten… onbruikbaar. Dat effect heeft ook de zon op het boompje als hij geduldig ligt te wachten om te worden geplant. In gedachten bedank ik mijn buurman voor het lenen van de cementkuip om de wortels eerst nog te weken voor ze de grond ingaan. En dan nog het verschil in groeisnelheid. Zet je een langzaam groeiende boom naast een snel groeiende boom, geheid dat de laatste het loodje legt: bomen zijn geduchte concurrenten van elkaar. En dan heb ik het nog niet over de reeën die jonge aanplant in het voorjaar als een heerlijke snackbar beschouwen na een lange winter met armzalig voedsel. Ik grinnik om mijn op hol geslagen gedachten, even chillen boswachter. Als de natuur volledig afhankelijk zou zijn van wat mensen doen, dan zag het er inderdaad niet best uit. Maar dat is niet zo. De Vlaamse gaai plant al bomen zolang de aarde oud is en schitterende eikenbomen op de meest bijzondere plekken zijn het resultaat. Een klein kwijnend boompje naast een grote boom is een eldorado voor insecten en zwammen. Reeën zijn een sieraad van het bos en eten naar behoefte… het komt goed, de natuur doet haar ding!
Ik werp nog een blik om me heen over de nu nog open ruimte. Straks staan hier energieke planters met de schop in hun hand en klaar om te starten. Ik wil hen laten meemaken hoe blij je wordt van het planten van een boom en hoe bouwen aan natuur onderhuidse blijdschap geeft die met niets te vergelijken is. Decennialang zullen boompjes kunstwerkjes creëren van uitlopende knoppen en groter en groter groeien, op weg naar een nieuwe generatie. Of zoals het in deze uitspraak wordt verwoord: “Een boom planten is een blijk van vertrouwen in de aarde en een daad van hoop voor de toekomst!”.
