Liefdeslied
De eerste klanken van de Mattheus Passion vullen mijn huiskamer. Ik laat me meenemen door de meeslepende muziek, terwijl ik uitkijk over mijn geelpaarse voorjaarstuin waar de merels in rond hopsen. Wat is het toch dat ons zo raakt in deze eeuwenoude muziek? Gelovig of niet, het is door velen geliefd. Het is de herkenbaarheid, vertelt Google mij. Het gaat over diep lijden, een daad van liefde en de vreugde van verlossing. Ja, dat is inderdaad herkenbaar en de liefde is prachtig, mijmer ik voor me uit…
Ho! Twee merel mannetjes gaan elkaar boos te lijf tussen de narcissen! Dat is nu niet zo liefdevol. “Kom op jongens zo klein is mijn tuin nu ook weer niet, er is ruimte en eten genoeg voor iedereen!”. Het is een bekende uitspraak dat ‘de liefde van de man door de maag gaat’, maar in dit geval is het niet zozeer hun eigen maag, maar wel die van hun dame. Want beide mannen houden zielsveel van hun dame en zij willen haar zoveel mogelijk lekker hapjes toestoppen. Het zijn van die mannen die eigenlijk maar één doel hebben in hun leven en dat is hun dame gelukkig zien. In deze onverwacht koude dagen vliegt Meneer Merel onophoudelijk af en aan naar zijn geliefde om haar te voorzien van aandacht en voedsel, terwijl de gelukkige dame het nageslacht in ei probeert warm te houden. Bij merels vind ik de taakverdeling altijd weer boeiend om te volgen. Mannen, geroemd om hun bouwkwaliteiten en ruimtelijk inzicht, staan eigenlijk altijd aan de lat voor het betere bouw- en constructiewerk, ook in de vogelwereld. Maar zo niet bij merels. Daar zijn eigenlijk alle bouwvakkerskwaliteiten bij de dames te vinden. De nestkommen worden vakkundig gebouwd op een comfortabel en veilig plekje. Ze zijn diep en de constructie bestaat uit modder met een binnenwerk van strootjes en mos. Maar terwijl Mevrouw Merel timmert, zaagt, materiaal aanvoert en cement mengt zit Meneer Merel… te zingen! Nou ja zeg, lekker dan. Daar heb je echt wat aan, aan zo’n vent! De dame met het zweet op de rug en hij een beetje zitten zingen? Aan de andere kant heeft het ook wel weer iets schattigs. Lover Merel zingt een diep gepassioneerd liefdeslied voor zijn eega terwijl zij zwoegt. Merelzang kennen we allemaal, het is een samenraapsel van riedeltjes en klanken die herinneringen oproepen aan warme zwoele zomeravonden. Echter, nu in het voorjaar heeft hij nog een ander bijzondere toon in zijn zang. Ik wist niet eens dat het de merel was toen ik probeerde te achterhalen welke vogel dit fijne, kleine neerwaartse lijntje zong in mijn tuin. Het bleek dus de merelman. Dit toontje lijkt recht uit zijn hart te komen, zo warm, zo liefdevol: liefde in zijn puurste vorm…
Mijn huiskamer vult zich met de wiegende en troostende twaalf-achtste maat van de Mattheus Passion, terwijl ik de verliefde merelman mijn tuin zie omspitten voor zijn lief… Ik kan het niet helpen, de overeenkomst is zo treffend. Zowel het twee en een halfuur lange meesterwerk van Bach dat het lijden en de opstanding van Christus verwoordt als de intens liefdevolle zang van de merel. Beide een liefdeslied dat de wereld al eeuwenlang boeit en hoop geeft … “Dit is wat blijft: geloof, hoop en liefde, maar de grootste daarvan is de liefde”…
