Egel co-ouderschap
Terwijl mijn buurman genoeglijk op de kliko leunt, ga ik het onkruid te lijf in mijn voortuin. Onderwijl kletsen wij als buurtjes gezellig bij. Een goede buur is beter dan een verre vriend, realiseer ik me weer. Maar het is zelfs meer dan dat bedenk ik met een grijns: wij hebben ook co-ouderschap… over een egeltje!
Het was op een windstille middag dat ik in mijn border de planten vreemd heen en weer zag bewegen. Mijn ogen volgden deze mysterieuze beweging totdat ik maar één conclusie kon trekken: hier zijn geen duistere krachten aan het werk maar een viervoetig iets. Dat viervoetig iets bleek er één met veel stekels! Met een glimlach en ook trots begluurde ik het geschuifel en geknor van deze stekelbol met 8.000 stekels. Een egel in je tuin is toch een compliment over de variatie, het voedselaanbod en de dekking die mijn tuintje biedt. Niet veel later daarna sprak ik mijn buurman. Hij vertelde vol trots over een egeltje dat hij zag scharrelen in zijn tuin en zich te goed deed aan het schaaltje water dat hij om die reden had neergezet. ‘Ooh’ dacht ik iets teleurgesteld, ‘ik ben niet enige die in trek is bij dit snoezige beestje.’ Nu ja, dan is het bij dezen ons gezamenlijk egeltje, co-ouderschap dus. Al weet ik natuurlijk zelf ook wel dat dat niet helemaal opgaat. Egels hebben een veel groter territorium dan één of twee tuinen. Een egel loopt hard, een meter in een paar seconden, en kan gemakkelijk een kilometer of drie afleggen bij het zoeken naar voedsel. En dat is nu juist ook zo zorgelijk. De ‘Gamma-terreur’ maakt het deze viervoeters niet makkelijk. Schuttingen die, strak geplaatst, voorkomen dat een egeltje eronderdoor kan kruipen om te ‘winkelen’. En de tuinen zelf liggen vol met tegels en verhoogde bloembakken waardoor een egel alleen maar verlangend omhoog kan staren naar de sappige slakken. Brr, geen goede zaak…
De reden dat we nu meer egeltjes zien is dat de schemer eerder start en dit nachtdier druk bezig is met het opbouwen van zijn vetvoorraad. Egeltjes leggen geen wintervoorraad aan, maar gaan in deze maand in winterslaap ergens in een border onder een hoop bladeren. Zij verlagen hun lichaamstemperatuur van 36° naar 10° waardoor hun stofwisseling sterk wordt vertraagd. Op deze manier verbruiken ze weinig energie en steken volgend voorjaar hun snuit weer boven de bladeren uit.
Het zijn sowieso slaapkoppen. Op een gemiddelde dag slapen ze 18 uur van de 24 en ze slapen diep ook. Van de zomer had ik tot mijn schrik bijna een mama en baby-egel aan een hooivork geprikt! Maar dit hachelijke avontuur ging, terwijl ze luid snurkten, volledig aan hen voorbij. Op deze manier heb je als ‘co-ouders’ het trouwens wel makkelijk: ze slapen zoveel, je hebt er weinig werk aan. Al kijk ik nu toch al een beetje uit naar het voorjaar… om ‘ons’ kind weer lekker te zien scharrelen in de tuin!
