De liefde bezingen
De liefde bezingen is dagelijkse kost op de radiozenders. Het is eigenlijk frappant hoe ‘de liefde’ ons zo bezig houdt dat het dagelijks door de luidsprekers knalt. Journaliste Corine Koole vat die hang naar liefde krachtig samen: “De wonderlijke behoefte van mannen en vrouwen op te gaan in de ander en de gelijktijdige wens de autonomie te behouden”. Een oneliner waarvan ieder van ons de vreugde maar ook de donkere zijde dikwijls heeft gevoeld! Ik mijmer erover terwijl ik me onderdompel in de oorverdovende liefdesserenades in het bos. Daar kan geen radio tegenop!
Het is lente. En wie het nog niet heeft gemerkt raad ik aan om ’s morgens vroeg te gaan wandelen, de vogels zingen zowat je oren van je hoofd. Het is een luidkeelse kakofonie van getjilp, gepiep en gezang. Alle vogels in het bos zijn tot over hun oren verliefd en zingen de longen uit het lijf om het kenbaar te maken. De gevederde heren trekken alle registers open om de meest virtuoze en complexe zang ten gehore te brengen, in de hoop een aantrekkelijke gevederde dame tot echtgenote te krijgen. Hoe vogels zingen blijft voor mij altijd weer wonderlijk! Vogels hebben namelijk geen stembanden. Zij produceren al deze wonderschone klanken met een klein ‘drukventieltje’ aan het einde van hun luchtpijp. Het orgaantje dat bestaat uit kraakbeenringetjes wordt door spiertjes aangestuurd, bewegelijk en vervormbaar . Nu ben ik zelf niet erg technisch maar hier kan ik me wel iets bij voorstellen. Daarnaast is één deel van de hersentjes van vogels helemaal alleen voor de zang bestemd. Hier worden de liedjes opgeslagen en hierdoor hebben ze het vermogen om nieuwe liedjes aan te leren. De koolmees is er berucht om: het verwerken van deuntjes en toontjes van de buurkoolmezen in zijn eigen zang. Menige ‘onwelkome’ koolmees is er wel eens door in de maling genomen. Door het stelen van elkaars deuntjes en daar weer op te improviseren lijkt elk beschikbaar hoekje van het bos al bezet door een koolmees en zal de onwelkome gast zijn heil elders gaan zoeken. Een grappige bijwerking ervan is, is dat er hele vogeldialecten ontstaan die regionaal en zelfs binnen één bos sterk verschillen van elkaar. Al zal een Overijsselse koolmees de Flevolandse in de basis nog steeds goed begrijpen hoor. Zeker als het gaat om de liefde: die taal blijft universeel.
De liefde, een wonderlijk fenomeen. Ik citeer weer Corine Koole: “Het grootste wonder van de liefde: dat die er niet onder te krijgen is, maar telkens weer uitbot… niet te stoppen, altijd aanwezig en belangrijker dan geld en roem”. En nu in de lente zijn wij omgeven door die liefde. Hartstochtelijk wordt de liefde bezongen en worden innige huwelijken gesloten. Een muziekrijk feest waar wij getuigen van mogen zijn, elke dag als we ons onderdompelen in die passievolle lentezang. De gevleugelde woorden van William Shakespeare schieten me te binnen: “Als muziek het voedsel der liefde is, speel dan verder!”.
